Grenzen

Een grens is een zichtbare of onzichtbare lijn in het landschap. Het scheidt fysiek of denkbeeldig groepen mensen van elkaar. Een zichtbare grens is bijvoorbeeld een rivier, een zee, een bergketen of een woestijn. Zo'n grens is een natuurlijke grens.


Er zijn ook grenzen die je niet kunt zien of die niet natuurlijk zijn.
Die grens is er omdat mensen hem gemaakt hebben. Zo'n grens heet een kunstmatige grens.

Een voorbeeld van een kunstmatige grens zie je in België waar een taalgrens het land in tweeën deelt. Aan de noordkant van de grens spreekt men Nederlands en aan de zuidkant spreekt men Frans.

 

BIj ons in Europa is aan de grens bijna geen controle meer. Op snelwegen zie je aan de borden dat je in een ander land bent en soms ziet de omgeving, bijvoorbeeld de huizen er anders uit. De open/zachte grenzen maken reizen en handel gemakkelijk.

In andere grensgebieden staat soms een groot hek. Trump is er zo langzamerhand bekend om geworden, maar de grens tussen de VS en Mexico is dus een harde/gesloten grens.


Politieke grenzen zijn ook vaak kunstmatige grenzen. Voorbeelden van politieke grenzen zijn grenzen tussen landen, grenzen tussen provincies en grenzen tussen gemeenten. 
Vanaf het strand hoort nog 12 zeemijl van de Noordzee bij Nederland. Dat is een strook van ruim 22 kilometer. Dit deel van de zee noemen we de territoriale wateren. De ondiepe bodem van de zee heet het continentaal plat.